Eet de regenboog
Eet de regenboog en varieer, dat hoor je geregeld terugkomen. Maar je doet al zo je best met alle verschillende groente en sommige vind je ook echt niet lekker. Waarom is het toch zo belangrijk om ook met verschillende groente te variëren?
De kleuren in groente en fruit ontstaan door fytochemicaliën, de plant maakt deze zelf aan en er zijn heel veel verschillende soorten. Alle soorten zouden weer een ander gezond effect hebben op ons lichaam, maar ze hebben allemaal één overeenkomst en dat is dat ze allemaal antioxidanten bevatten.
De verschillende kleuren zijn er natuurlijk niet zomaar, de natuur heeft dit niet gedaan omdat ze dit er gezellig uit vonden zien. Nee, de kleuren hebben een functie.
Groente met veel kleur bevat vaak sterke antioxidanten, die we nodig hebben in ons lichaam. Het zorgt er onder andere voor dat ons weefsel wordt beschermd tegen zuurstof en oxidatie.
Rood: rood is een opvallende kleur, waar je vaak direct trek in hebt als je het ziet. De meest belangrijke antioxidant in de rode groente en fruit is lycopeen. De belangrijkste functie van lycopeen is de bescherming van de cellen. Lycopeen wordt het best opgenomen in combinatie met een beetje vet en de lycopeen uit tomaten wordt alleen opgenomen als de tomaten eerst worden verhit.
Je kan lycopeen onder andere vinden in rijpe tomaten, rode paprika en watermeloen. Wist je trouwens dat een rode paprika 4 keer zoveel vitamine C bevat dan een sinaasappel?
Geel: geel is een frisse kleur, symboliseert de zon en wordt vaak geassocieerd met gezelligheid. Gele groente en fruit bevatten vaak kalium en carotenoïden die positief kunnen werken op het gezichtsvermogen. Kalium is voor het lichaam een belangrijk mineraal, het werkt samen met natrium en regelt onder andere de bloeddruk. De kleur geel kan je onder andere terugvinden bij mais, flespompoen, gele ui en gele paprika. Vaak bevatten ze veel vitamine C wat positief werkt voor de weerstand.
Oranje: Oranje zien we vaak aan voor energie en zou zorgen voor vitaliteit. Denk bij oranje aan worteltjes! Wortels bevatten veel betacaroteen wat in ons lichaam wordt omgezet in vitamine A. Vitamine A kan een positief effect hebben op ons gezichtsvermogen, maar werkt ook positief voor het immuunsysteem en de botstructuur. Betacaroteen heeft alleen één bijwerking, als je er te veel van eet (wat niet snel gebeurt) kan je oranje kleuren. Maar dit verdwijnt vanzelf weer als je er minder van gaat eten.
Groen: groen is misschien een beetje een saaie kleur binnen het hele kleurenpalet, maar de functie van groen is dat zeker niet. De kleur groen hoort juist geassocieerd te worden met fris en gezondheid. De groene groente zoals brocolli, asperges (groen), boerenkool en spruitjes bevatten veel chlorofyl. Dit is een antioxidant die je lichaam beschermd en dan met name in de darmen en in de lever. Chlorofyl heeft een basische werking waardoor het de functie van de organen zou verbeteren en beschermen en ons immuunsysteem versterkt.
Blauw: de blauwe kleur is niet de meest aantrekkelijke kleur in de natuur, maar je komt het toch vaker tegen dan je denkt. We kennen allemaal de blauwe bessen bij deze kleur, maar frambozen, kersen, rode kool en druiven horen hier bijvoorbeeld ook bij. De blauwe kleur bevat Anthocyaan, wat een echte anti-aging antioxidant is. Hiernaast zou het de cognitieve functies kunnen verbeteren, blauwe bessen en bramen staan er niet voor niets om bekend dat ze goed zijn voor het geheugen.
Geschreven door Fiona, gepubliceerd op 25-05-2021 om 06:06.